Maria Claesdr. Swart
Maria Claesdr. Swart,
geb. in 1635 te Huijsen,
ged. in 1635 te Huijsen,
ORA-184-3217A005; 24-10-1721: 87 jaar,
ORA-184-3184A099; 20-10-1707: 70 jaar,
ovl. op 05-01-1725 te Huijsen; bij de 90 jaren,
begr. op 05-01-1725 te Huijsen,
, -
-
ORA-184-3171;16-06-1665: Jan Hendricksz en Timen Rutten Doorn Schepenen tot huijsen, Mr. Claes de Swart verclarende mits desen last te geven aen Jacob Cornelisz mede schepen dese dorps om aen sijns comparant suster Marij Claesdr de Swart te
verstrecken @ te laten volgen voor f 25 aen waeren, die sij van doen sal mogen hebben, belovende deselve ter somme als vooren aen de voorn Jacob Cornelisz als eijgen schuldt, te betalen binnen twe Jaer na dato deser, ofte oock eerder indien het
soo gebeurt dat sijn voorsz suster voor de voorsz tijdt comt te genieten seeckere erffenisse die op deselve vervallen is ofte te vervallen staet door 't overlijden van haer Neeff Jan Rijser tot Alckmaer daer voor verbindende sijn persoon en
goederen
-
RAH-176-1527, Kroniek L.R. Lustigh; FOLIO 173/174:
self kopen, ende de voorz Jan meijnsz deselve op een
gesette prijs gestelt hebbende, soo nam rijck moe-
lenaar de moelen daar voor, waar over de voorz
Jan meijnsz seer verschrickte, hier op soo gaven
sij veel france wijn tot de schouts Elbert Jan swarten
voor dese en geene ten besten, ende wiert sij maria
klaas de swarts, voorz daar ook op gehaalt
ende terwijl sij daar mede wacker in 't danssen
en springen was, soo viel een groote vonck viers
uijt haren toebackx pijp in haar boesem, en sij
dat gewaar wordende, en niet willende weten
dat het ijmant sagh, soo wrongh sij het selve
Folio 174
met haar handen op haren naakten borst uijt
welck litteken, daar van behouden, sij op giste-
ren den 29 october deses Jaars 1719, sijnde
ruijm soo groot als een dubbelde stuijver, aen
mij eervaarlijk vertoont heeft, Edoch de
-
ORA-184-3184A099; 20-10-1707: Lubbert Jacobsz oud ontrent 74 jaren, Marrij Claes Swart out 70 jaren en Gerrit (Gerritsz) Doorn out ontrent 71 jaren alle geboren en woonaghtigh binnen Huijsen verclaerden hoe waer is dat ontrent 60 jaren
geleden van de gemeente van goijlant is opgehaelt seecker paert toebehorende Claes (Huijgen) Swart in die tijd Schout deses dorps ter oorsaacke van dat denselve Schout geen erfgooijer sijnde of geen reght reght tot scharinge op de voorsz
gemeente hebbende, geen beesten aldaer vermoght te brengen. Marrij Claes Swart weet wel dat het haer eijgen vaders paert is geweest. Cornelis Killewigh en Ebbe Koij verclarende haer wel indaghtigh te wesen dat in de jaren 1691 de koe is
opgehaald van Marrij Lamberts weduwe van Marten Evertsz ter sake dat sij de voorn koe boven het getal waer toe sij reght hadde. Idem de koe van Witte Willem.
Ondertekend door o.a. Gerrit Gerritsen Doorn en Gerrit Tijmensz Doorn
-
ORA-184-3217A005; 24-10-1721: Cornelis Killewig (65) oud schepen en Buijrmeester deses dorps, Lambert Rijksz Lustig (65) mede oud schepen alhier verklaarden ter requisitie van d'Heer Pieter Anthonij de Hubert Heere van Cruijningen Rilland en
Drost van Muijden, Bailliuw van Goiland hooftofficier van Weesp WeesperCarspel en Hoogbijlemer @@@, dat sij comparanten zedert den Jaare 1665 tot den Jaare 1695, binnen dese dorpe huijzen als schouts resepctievelijk gekent hebben de personen
van Jan Lambertsz Swart, Pieter Jansz Visser, Lourens de Wolff, Kornelis de Jong en Claas Rijksz Brakel en seer wel te weten dat geduijrende de bedieninge van de resp. schouten altoos een bode binnen dese dorpe huijsen is geweest en de schouten
altoos binnen dese dorpe en Jurisdictie van dien hebben ge-excerceert het afslagersampt enz. Dat na voorn: Claas Rijksz Brakel is gesuccedeert Lambert Killewig.
Wijders compareerden mede Maria Claas de Swart (87) en Lubbert Jacobsz (89) en verklaarden dat Claas Huijgen de Swart in de Jare 1642 schout is geworden, in den Jaare 1656 in desselfs plaatse is gesuccedeert Claas Jan Swarten, en dat vervolgens
is gesuccedeert Elbert Jansz Swarten en Jan Lambertsz Swart.
- Compareerden meede Claas Jacobsz Jongerden (59) en Aart Jacobsz Vos (55), beijde oude schepenen en verklaarden seer wel gekent te hebben de schouten Pieter Jansz Visser, Lourens de Wolff, Kornelis de Jong en Klaas Rijksz Brakel
- Maria Claas de Swart verklaarde dat Claas Huijgen de Swart haar vader is geweest.- Vader:
Claes Huijgen Swart de, zn. van N1 Swart,
geb. in 1617 te Huijsen, Koptienden Eerste: 1642-71,
ovl. te Huijsen, Koptienden Laatste: 1656-60,
, -
CLAES SWART SCHOUT TOT HUIJSEN
CLAES DE SWART KOMT 2X VOOR; MOGELIJK één en dezelfde persoon
-
Huizen Koptienden: (1642-71 1656-60):
1642-71: v. Willem Jansz d' Boer 2 cop 3/8
- v. Goor Jacobsz Coppen 5 cop 1/2
- v. Gerrit Tijmen Dircksen 1 cop 1/2
- v. Cornelis Jan Aertsz 1 Spt 2 cop
- Situatie: 2 Spt 3 cop 3/8
1646-60: Situatie: 2 Spt 3 cop 1/4
- v. Gerrit Jacobsz 3 cop 1/2
- Situatie: 2 Spt 6 cop 3/4
1651-60: op Gerrit Jacobsz de Jonge 5 cop 1/2
- Situatie: 2 Spt 1 cop 1/4
1653-60: op Gerrit Willemsz (Dircksz) 3 cop
- Situatie: 1 Spt 6 cop 1/4
MAAR: 1654-60 t/m 1656-60: Situatie: 2 Spt 1 cop 1/4
- Gerrit Willemsz Dircksz weggevallen of
- Zijn BOEKJAREN verwisseld ?
1658-74: op Gerrit Gerritsz Backer 3 cop 1/2
- op Cornelis CornelisCornelisz 1 Spt 1 cop
- op Claes Claesz Meijster 5 cop 1/4
-
ORA-184-3187A030; 16-03-1657: vor ons gecompareert is Jacob Gerris als curator van de boedel van Claes de Swart verklaerde hij comparant openbaar ye hebben verkocht aen Dirck Dircksz Does als overgenomen hebbende de coop van Mr. Claes de Swart,
mede comparerende, een seecker huijsen en erve liggende naest Gerrit Gerritsz Backer enz
-
ORA-184-3184A099; 20-10-1707: 20-10-1707; Lubbert Jacobsz oud ontrent 74 jaren, Marrij Claes Swart out 70 jaren en Gerrit (Gerritsz) Doorn out ontrent 71 jaren alle geboren en woonaghtigh binnen Huijsen verclaerden hoe waer is dat ontrent 60
jaren geleden van de gemeente van goijlant is opgehaelt seecker paert toebehorende Claes (Huijgen) Swart in die tijd Schout deses dorps ter oorsaacke van dat denselve Schout geen erfgooijer sijnde of geen reght reght tot scharinge op de voorsz
gemeente hebbende, geen beesten aldaer vermoght te brengen. Marrij Claes Swart weet wel dat het haer eijgen vaders paert is geweest. Cornelis Killewigh en Ebbe Koij verclarende haer wel indaghtigh te wesen dat in de jaren 1691 de koe is
opgehaald van Marrij Lamberts weduwe van Marten Evertsz ter sake dat sij de voorn koe boven het getal waer toe sij reght hadde. Idem de koe van Witte Willem.
-
ORA-184-3217A005; 24-10-1721: ........Wijders compareerden mede Maria Claas de Swart (87) en Lubbert Jacobsz (89) en verklaarden dat Claas Huijgen de Swart in de Jare 1642 schout is geworden, in den Jaare 1656 in desselfs plaatse is
gesuccedeert Claas Jan Swarten, en dat vervolgens is gesuccedeert Elbert Jansz Swarten en Jan Lambertsz Swart.
- Maria Claas de Swart verklaarde dat Claas Huijgen de Swart haar vader is geweest.
>